Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

 

Artikel 6b Geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering tijdens vrijheidsontneming
1
De jonggehandicapte, bedoeld in artikel 6, heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering indien de dag waarop het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou ingaan, is gelegen in een periode dat hem rechtens zijn vrijheid is ontnomen.
2
De jonggehandicapte, die op grond van het eerste lid geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft, heeft vanaf de dag dat hij in vrijheid wordt gesteld met inachtneming van de bepalingen van deze wet recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, indien hij op die dag arbeidsongeschikt is. Artikel 6, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3
Voor de toepassing van het eerste lid worden perioden van vrijheidsontneming samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
4
Met inachtneming van de bepalingen van deze wet heeft eveneens recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering de jonggehandicapte, bedoeld in het tweede lid, die op de in dat lid bedoelde dag niet arbeidsongeschikt is, doch ten aanzien van wie dit wel het geval is binnen vier weken na die dag. Artikel 6, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
5
Het eerste lid is niet van toepassing en het tweede lid en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieƫn personen waarbij tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel buiten een justitiƫle inrichting plaatsvindt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •